In Nederland bestaat zoiets als schuldsanering. Mensen die dermate hoge schulden hebben, dat zij die van hun levensdagen niet meer kunnen aflossen en daardoor niet meer kunnen functioneren in onze maatschappij, komen in aanmerking voor schuldsanering. Wat bedoeld is om mensen te helpen en hen een nieuwe kans te geven, is verworden tot een draconisch instrument, dat ook nog eens leidt tot torenhoge maatschappelijke kosten.

Hoe komt dat?
Het idee is dat mensen gedurende drie jaar alles inleveren, in die periode leefgeld krijgen en weliswaar op een houtje moeten bijten, maar daarna met een schone lei weer kunnen beginnen. In werkelijkheid blijkt schuldsanering vaak een doolhof waar mensen met schulden doorheen moeten. Het schuldsaneringsproces is ondoorzichtig. Je hebt er als hulpvrager geen invloed op en het is ook niet duidelijk wanneer en hoe je eruit zult komen. De schuldsanering zelf kost weliswaar drie jaar, maar het hele proces daaraan voorafgaand kan ook zomaar een jaar in beslag nemen of langer als blijkt dat je niet aan alle eisen voldoet om überhaupt voor schuldsanering in aanmerking te komen. In de praktijk ben je overgeleverd aan een systeem dat is gebaseerd op wantrouwen en ook als zodanig is georganiseerd. Het staat bol van eisen en controles. Bij ieder loket in het proces moet alle informatie telkens opnieuw worden aangeleverd, waarna veel tijd gemoeid is met het toetsen van die gegevens. Iedere misstap wordt zwaar aangerekend en de dreiging om uit het systeem gezet te worden is alom aanwezig. In de stressvolle situatie waar je sowieso al in zit, moet je ook nog eens op eieren lopen en de druk om geen fouten te mogen maken is immens.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel mensen met financiële problemen de stap naar overheid en sociale diensten niet durven of willen maken. Daardoor blijven zij verstoken van beschikbare hulp en vaak ook noodzakelijke hulp. Ik hoef niet uit te tekenen wat dat doet met de schulden en met de stress in deze gezinnen. Niet alleen mensen met schulden raken verstrikt in het systeem, ook hulpverleners zitten daarin gevangen. Medewerkers van sociale diensten zien veelal ook wel hoe schrijnend de situaties soms zijn. Maar ook zij moeten de processtappen van het systeem volgen. Buiten die paden, hoe krom soms ook, is hulp namelijk niet mogelijk.

Wanneer het schuldsaneringsproces onder de loep genomen wordt, zullen er best wel optimalisatieslagen gemaakt kunnen worden. De andere kant van het verhaal is echter dat over het huidige proces en ook over de stappen die daar bij horen serieus en goed is nagedacht.

De kern van het probleem, en dus ook van de oplossing, zit niet in het proces zelf, maar in de basis die er aan ten grondslag ligt; namelijk wantrouwen. Bij wantrouwen horen controles en strafmaatregelen. De spagaat die ontstaat, zit er in dat het bieden van hulp is gebaseerd op het solidariteitsbeginsel. En bij solidariteit hoort vertrouwen en geen wantrouwen.

Arjen Baan februari 2020