De website GeldenzoDordrecht.nl is een website voor Dordtenaren met voorzieningen voor een makkelijker en leuker leven. Vooral als je moeite hebt om rond te komen.
Heb je moeite met rondkomen of houd je weinig geld over? In Dordrecht zijn veel initiatieven, voorzieningen en regelingen waar je kosteloos of tegen een kleine vergoeding terecht kunt. Op GeldenzoDordt.nl vind je zo overzichtelijk op een rij van leuke dingen doen tot hulp bij schulden, van andere mensen ontmoeten tot een bijdrage in schoolkosten bijvoorbeeld.
Maak een keuze bij leeftijd en gezinssamenstelling en klik op ‘Ontdek de voorzieningen’. Zo ontdek je de voorzieningen die passen bij jouw situatie. Wil je liever alles zien zonder een keuze te maken? Klik dan op ‘Naar alle voorzieningen’.
(Overgenomen van website GeldenzoDordt.nl)
“Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid.” (Grondwet artikel 22 lid 2)
Woensdag 12 juni 2019 organiseert het Platform tegen Armoede in de Drechtsteden van 19:30 – 21:30 in De Buitenwacht Bosboom-Toussaintstraat 67 een bijeenkomst over Wonen. Iedereen is van harte welkom.
De woonlasten vormen een steeds groter deel van het inkomen Er komen steeds minder woningen met lage huren beschikbaar Wie bepalen dit eigenlijk en wat kan er aan worden gedaan?
BEWONERS AAN HET WOORD: KOM LUISTEREN EN PRAAT MEE
M.m.v. onder andere:
• Wethouder Dordrecht | Marco Stam
• Manager Wonen Trivire | MARianne levering
• Directeur Woonbron Dordrecht | Dennis Gerlof
• Participatieraad Trivire
• Participatieraad Woonbron
• Bond Precaire Woonvormen | Abel Heijkamp
• Drechtse Stromen | Theo de Rooij
Discussieleiders:
Thema Betaalbaarheid: Merlien Welzijn (bestuur Woningst. Sint Antonius van Padua)
Thema Beschikbaarheid: Ben Corino (programmamaker/radiopresentator RTV Dordt) Programma
• Welkom door Riet Duykers, voorzitter Platform tegen Armoede – korte terugblik op ‘Samen grip op de Knip’
• Interviews als inleiding
• Tafel betaalbaarheid: Wie bepalen in Dordrecht de woonlasten en welke mogelijkheden hebben zij om deze te beperken?
• Tafel beschikbaarheid: Wie bepalen hoeveel goedkope(re) woningen er in Dordrecht zijn en wat doen zij om te zorgen dat dit aantal op peil blijft?
• Ondertekening resultaten
Afsluiting door voorzitter Platform | Borrel
Aanmelden: info@platformtegenarmoede.nl Voor meer informatie: Riet Duykers, voorzitter 06-54982346 | Ton Wulfert, secretaris 06-29289180

Op woensdagavond 8 mei 2019 was er in De Buitenwacht de bijeenkomst: ‘Weg uit Armoede’ – Opgroeien met perspectief. Het was een druk bezochte bijeenkomst. Onder leiding van Kees Thies werd er levendig gediscussieerd. Centraal in de bijeenkomst stonden de afspraken die op 21 februari 2018 (in de verkiezingstijd) door partijen zijn gemaakt om de armoede te verminderen en aan te pakken: “Bestrijden van armoede is prioriteit voor de komende jaren”, gaven de politieke partijen toen aan.
Wat is er gebeurd met deze afspraken, zoals tandartsenzorg moet weer bereikbaar worden voor iedereen; voor kinderen zou in hedendaagse vorm de schooltandarts weer moeten terugkeren; het buurtwerk moet weer terugkomen in de wijken; bezuinigingen op Persoonlijk Minima Budget moeten worden teruggedraaid.
Riet Duykers, voorzitter van De Buitenwacht en Platform tegen Armoede, wil vooral dat wij allemaal de urgentie voelen om de armoede te bestrijden. Er moet weer perspectief komen op een goed leven. Armoede neemt toe, ook in Dordrecht en Drechtsteden. Riet wilde deze avond tot concrete afspraken komen. Zij wil ook aandacht voor initiatieven van onderop. Deze initiatieven vanuit de basis moeten veel meer betrokken worden bij de aanpak. “We moeten niet alleen maar in systemen denken”.
De opzet nu van de DordtPas vindt Riet verkeerd. De verkeerde discussie wordt gevoerd, nu het Mantelzorgcompliment op de DordtPas terecht is gekomen. Terwijl de DordtPas een goede voorzieningen is.
Het belang om de armoede te bestrijden is vooral om de kinderen een betere toekomst te geven. Irene van den Berg, columniste van AD en NRC, adviseerde dan ook om je vooral op de ouders te richten. Aanpak armoede moet onderdeel zijn van de gezinsondersteuning om succesvol te zijn.
Wethouder Peter Heijkoop noemde – naast zijn aanpak met ‘Samen tegen Armoede’ – ook de kleine particuliere initiatieven, zoals Uitgesteld Kinderfeestje. Waar gezinnen financieel ondersteund worden om kinderfeestjes te organiseren voor hun kinderen. Want als je als kind geen eens je verjaardag kunt vieren, dan tel je niet mee op school. Peter wil geen standjes uitdelen aan mensen met schulden, maar vooral inzetten op: ‘Hoe kunnen we je helpen’. Peter gaf toe dat hij – met de kennis van nu – De DordtPas misschien anders had moeten doen.
De concrete afspraak:
Tijdens de bijeenkomst werd op initiatief van de PvdA, Inge Stevens, afgesproken om in de gemeenteraadsvergadering een motie in te dienen om een Financieel Sabbatical met een paar maanden mogelijk te gaan maken voor mensen in zware financiele problemen. Om ze even lucht te geven om alles weer op orde te kunnen krijgen.


Woensdag 8 mai 2019 organiseert Platform tegen Armoede in de Drechtsteden de bijeenkomst ‘Weg uit Armoede’ – Oprgroeien met Perspectief.
Van 19.30-21.30 uur.
Bewoners met hun politici in discussie
Programma – Gespreksleider Kees Thies
1. Welkomstwoord door Riet Duykers, voorzitter van het Platform tegen Armoede
2. Stand van zaken Op 21 februari 2018 was er een verkiezingsdebat in De Buitenwacht. Alle politieke partijen in Dordrecht gaven aan: “bestrijden van armoede is de prioriteit voor de komende jaren”. Wat is er sindsdien gebeurd? Wat merkt u hiervan? • Tandartsenzorg moet weer bereikbaar worden voor iedereen; voor kinderen zou in hedendaagse vorm de schooltandarts weer moeten terugkeren • het buurtwerk moet weer terugkomen in de wijken • er moet fors geïnvesteerd worden in kansengelijkheid en in Voorschoolse Educatie • de bezuinigingen op Persoonlijk Minima Budget moeten worden teruggedraaid • het PMB moet weer terug naar het oude niveau. | Reacties van de bewoners en discussie.
Pauze
3. Opgroeien met perspectief Inleiding door Irene van den Berg: aanpak van armoede onder kinderen is alleen succesvol als onderdeel van gezinsondersteuning; ontschotten en verbinden
Discussie met zaal en wethouder Peter Heijkoop
Conclusies en afspraken
4. Afsluiting door voorzitter
Er wordt geld verdient met het leed van anderen. Het meest wrange voorbeeld daarvan is misschien wel de wapenhandel. In de kern, zij het iets minder destructief, geldt dit ook voor ‘schulden’. Aan schulden wordt geld verdiend. Banken ontlenen er hun bestaansrecht aan. Zij lenen geld uit waartegenover rente staat. Saillant detail daarbij is overigens dat tegenover het geld dat zij van ons in bruikleen hebben (ons banksaldo) geen vergoeding staat. In de meeste gevallen is er geen probleem, de rente wordt netjes betaald en de lening afgelost.
Als er een schuld ontstaat omdat rekeningen niet betaald kunnen worden, ontstaat er een andere situatie. Voor de schuldeiser ontstaat er een risico, dat wordt afgedekt met een hogere rente, incassokosten en boetes. Schulden lopen dan snel op tot exorbitante bedragen van gemiddeld ruim € 40.000,=. In een recent krantenartikel, is uitgezocht wat de maatschappelijke kosten van problematische schulden zijn. Het zou gaan om ca. € 100.000,= per geval.
De conclusie was dan ook snel getrokken; betaal als overheid die € 40.000,=, dan hou je als maatschappij € 60.000,= over. Deze conclusie is uiteraard wat kort de bocht, maar in de wetenschap dat bij het saneren van de schuld slechts een fractie van de schuld daadwerkelijk wordt betaald, is het interessant om te weten waar die overige kosten dan uit bestaan. Rondom problematische schulden ontstaat een heel metier van schuldeisers, deurwaarders, hulpverleners, de sociale dienst en vele anderen. Deze instanties sturen mensen op pad om schulden te innen, anderen om hulp te bieden in het proces en weer anderen om de schuld daadwerkelijk te saneren. En al deze mensen moeten worden betaald. Schuldhulptrajecten kosten bovendien veel tijd. Tijd waarin de schuld en de kosten verder oplopen.
De oplossing lijkt voor de hand te liggen. Zorg dat problemen eerder worden opgespoord, zodat eerder met hulp gestart kan worden. Als dan ook nog wordt gezorgd voor de juiste hulp bij het probleem, dan betekent dat lagere schulden, kortere doorlooptijden en minder inzet van hulpverlening. Toch lukt het al vele jaren niet om dit principe in de praktijk gerealiseerd te krijgen.
Het “businessmodel” is namelijk gebaat bij het bestaan van schulden. En daar geldt: hoe meer schulden, hoe groter de business. In dat licht wordt de vraag om de schuldenproblematiek aan te pakken waarschijnlijk aan de verkeerde organisaties gesteld, namelijk aan die partijen die er hun bestaansrecht aan ontlenen. Het is misschien een idee om die vraag te stellen aan partijen die er baat hebben als er geen schulden meer zijn.
Arjen Baan | Humanitas | 25 april 2019
Nibud: Ruim een kwart (27 procent) van de huishoudens weet niet of ze recht hebben op tegemoetkomingen zoals toeslagen. Van de huishoudens met een laag inkomen* weet 1 op de 6 dit niet. Huishoudens met een wisselend inkomen weten minder goed dan huishoudens met een vast inkomen of ze er recht op hebben. Huishoudens die wel weten of ze in aanmerking komen voor tegemoetkomingen, komen makkelijker rond. Dit blijkt uit het Nibud-onderzoek Geldzaken in de praktijk 2018-2019. Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) presenteert dit onderzoek op 18 april tijdens het Nibud Jubileumcongres t.g.v. het 40-jarig bestaan. Het Nibud vindt dat de samenleving veel meer rekening moet houden met huishoudens met wisselende inkomsten. Er zijn inmiddels twee miljoen flexwerkers tussen de 25 en 65 jaar. Het Nibud ziet dat zij moeilijker rondkomen, minder sparen en minder vaak dan werkenden met een vast inkomen geld opzij zetten voor hun pensioen.
Huishoudens laten geld liggen
1 op de 6 huishoudens met een laag inkomen* en 1 op de 4 huishoudens met een middeninkomen* weten niet of ze recht hebben op toeslagen. Van de werkenden met wisselende inkomsten maakt 34 procent geen gebruik van tegemoetkomingen. Het Nibud vermoedt dat veel van hen onnodig geld laten liggen. Samenleving moet meer doen voor huishoudens met wisselend inkomen CBS-cijfers laten zien dat twee miljoen flexwerkers tussen de 25 en 65 jaar flexwerker zijn; het gaat om werknemers met een flexibel arbeidscontract en zzp’ers. Het Nibud ziet in het onderzoek dat 20 procent van de werkenden aangeeft een wisselend inkomen te hebben. Het Nibud maakt zich zorgen om deze groep werkenden. Ze hebben vaker een lager inkomen en komen twee keer zo vaak moeilijk rond als werkenden met een vast inkomen. Ook weten ze minder vaak hoeveel ze vrij te besteden hebben en lukt het ze minder goed om te sparen.
Het Nibud wijst er in het rapport op dat de samenleving momenteel onvoldoende rekening houdt met deze groeiende groep werknemers. Zo wordt er bij veel voorzieningen nog uitgegaan van een vast inkomen waardoor het voor flexwerkers moeilijker is om er gebruik van te maken. Arjan Vliegenthart, directeur van het Nibud: ‘Het Nibud vindt het onwenselijk dat werkenden met een wisselend inkomen tegemoetkomingen mogelijk vaker niet benutten dan werkenden met een vast inkomen. Juist werkenden met een wisselend inkomen hebben vaker een lager inkomen en kunnen tegemoetkomingen goed gebruiken.’
Gedrag bepalender voor financiële problemen dan inkomen
Het Nibud ziet dat het percentage huishoudens dat moeite heeft met rondkomen weer op hetzelfde niveau is als voor de economische crisis. Net als in 2009 zegt nu 38 procent van de huishoudens moeite met rondkomen te hebben. Moeilijk of makkelijk rondkomen heeft niet alleen met de hoogte van het inkomen te maken. Ook mensen met lage inkomens zijn in staat om makkelijk rond te komen. Hoe je met geld omgaat, je financiële gedrag, is bepalender voor je financiële situatie dan de hoogte van het inkomen. Degenen die van huis uit hebben geleerd met geld om te gaan kunnen makkelijker rondkomen. Net als mensen die bedachtzaam zijn bij hun aankopen, sparen en een geordende administratie hebben. 20 procent van de huishoudens heeft minder dan 1.000 euro spaargeld Het spaargedrag van de Nederlandse huishoudens is de afgelopen tien jaar weinig veranderd. 17 procent heeft geen spaarrekening. En van degenen die wel een spaarrekening hebben, heeft 1 op de 5 minder dan 1.000 euro spaargeld. Zeker 3 op de 10 huishoudens heeft te weinig geld achter de hand om zijn twee duurste bezettingen te vervangen.
Ruim een kwart (28 procent) van de huishoudens heeft meer dan 10.000 euro op de spaarrekening staan. 40 procent weet niet of ze na pensioen kunnen rondkomen 40 procent van de huishoudens heeft geen idee of ze na pensionering kunnen rondkomen. Pas op 55-jarige leeftijd gaan mensen zich erin verdiepen. Toch weet nog altijd 23 procent van 55- tot 65-jarigen niet of ze na pensionering kunnen rondkomen. Zij moeten dit nog uitzoeken of zien het straks wel. Ook zetten weinig mensen geld apart voor later. Met name 45-plussers willen wel geld apart zetten maar ruim een derde van hen zegt daar geen geld voor te hebben. Ook hier ziet het Nibud dat werkenden met een wisselend inkomen minder vaak geld apart zetten voor hun pensioen dan werkenden met een vast inkomen.
Dit onderzoek is de 5e in een reeks. Vergelijkbaar onderzoek is uitgevoerd in 2005, 2009, 2012 en 2015. Waar mogelijk zijn de resultaten van dit onderzoek vergeleken met die van de eerdere onderzoeken. Juist werkenden met een wisselend inkomen hebben vaker een lager inkomen en kunnen tegemoetkomingen goed gebruiken.”
— Arjan Vliegenthart, directeur van het Nibud Contact