Waar dit stuk over gaat is erg ‘vers’. Verwerkt is het nog niet. Ik zal proberen er iets van te maken.
De Dordtse afdeling juridische zaken van Vluchtelingenwerk 2006- 2009 ging voor de kicks. Helemaal gaan voor het resultaat was toen een bijzondere leerschool, en de cliënten voeren er wel bij. We vertelden het hen eerlijk als we dachten dat iets kansloos was, maar het ging eerst om de menselijkheid, pas daarna om de regels, en zo hebben we ook terugkeerders kunnen helpen. We telefoneerden nooit alleen, er was niets dat we schreven dat niet eerst door de anderen werd gelezen. Er kwam een kink in de kabel, misschien speelde daar een ‘houdbaarheidsdatum’ een rol in, misschien wat anders, maar ik wist dat zulke dingen konden bestaan, en ik ben het nooit vergeten. Wat samenwerking vermag, niet gedwongen, maar uit vrije wil. We hielden het ‘low-profile’, waarin na mijn gedwongen vertrek een paar hele lelijke fouten werden gemaakt, maar goed.
Bij de Wijkwinkel van de Buitenwacht begeleidde ik een aanvraag gezinsvorming, gedurende 2011-2012, van iemand die ik al jaren kende. Ze voldeden aan de voorwaarden. De hier werkzame man kreeg desgevraagd een arbeidscontract van 18 maanden -goed geregeld- om het gemakkelijker te maken, mevrouw reisde 1500 km om haar inburgeringsexamen te kunnen doen, ze organiseerden het, ze slaagt. Alles okee, het visum lang verblijf en verblijfsvergunning worden aangevraagd, het kost een paar centen (toen nog zo’n 1.500 euro, exclusief reiskosten), maar in april 2012 ‘reist ze in’, zoals dat heet.
Ze krijgen een huisje in de binnenstad, zij raakt zwanger, hij leent 3000 euro van een vriend, voor, zeg, de babykamer. Alles verloopt voorspoedig. Totdat…
Eind april wordt de man medegedeeld dat zijn arbeidscontract niet zal worden verlengd. Na drie maanden in de WW moet hij een beroep doen op de ‘publieke middelen’, de bijstand. Op dat precieze moment wordt daardoor haar verblijfsvergunning ongeldig.
Onvoorstelbaar was de lawine van maatregelen, die over het pas gevormde gezinnetje heen viel. Een rotonde zonder afslagen. De bijstandsuitkering werd teruggebracht tot de alleenstaanden-norm, ze verloren het recht op huur- en zorgtoeslag, en na de geboorte van hun baby-dochter konden ze ook geen aanspraak maken op kindgebonden budget. (Hoe verhoudt zich dat tot het IVRK – het Kinderrechtenverdrag, hebben we steeds gevraagd.) Omdat te lang werd doorbetaald hadden ze, met een inkomen ruim 300 onder minimum, meteen met een forse schuld bij de Belasting- en de Sociale Dienst. SDD hield maandelijks wat in, BD zou verrekenen met alles wat ze ieder jaar bij de inkomstenbelasting terugkregen, maar het kostte tientallen –misschien wel honderden telefoontjes, e-mails, brieven, aanvragen betalingsregelingen (aflossingscapaciteit: 0), enzovoort.
Om mijnheer A. aan het werk te helpen hebben we uiteindelijk twee keer een gesprek gehad met de Wethouder Sociale Zaken, het was tevergeefs. Werkgever Baanbrekend Drechtsteden (onderdeel van de Sociale Dienst) voorzag niet in een arbeidscontract langer dan 6 maanden. Dat was te weinig. Maar er veranderden dingen. Het gezin, en hun verhaal, raakte bekend in ‘Dordrecht’.
Wij zochten geen publiciteit. Ik heb een paar keer gezien hoe een stuk in de krant valse hoop kan wekken. Voor een acute crisis kan het handig zijn, voor lange-termijnzaken hoogstens een uiterst redmiddel.
Begin 2016 trad de Participatiewet in werking. Het gezin viel wederom een paar honderd euro terug. Dat was onmogelijk, en werd zelfs de Sociale Dienst Drechtsteden te gortig. Ze besloten in te grijpen, en het gezin te compenseren voor de inkomensterugval, en ook iets aan het gebrek aan kindgebonden budget te doen. We waren verrast, we konden bijna niet geloven dat dat mogelijk was. Het veranderde ons beeld van de Sociale Dienst Drechtsteden, en we speculeerden over een nieuwe samenwerking, een heropende discussie. En wat een opluchting voor het gezin, maar aan de andere kant: zonder hadden ze het echt niet gered! We waren er nog lang niet. Twee tot drie keer per week kwamen zij, alles wat wij deden was ze helpen het hoofd boven water te houden, financieel. Geen deurwaarders, geen incassobureaus. Ik kan alvast vertellen dat de enige schuld die ze nog hebben, de restschuld van de particuliere lening is. DUO, ook die komt later wel. Er zijn honderden dingen gebeurd die hier niet aan bod komen.
De vrouw was ‘onverzekerbaar’ (qua zorgverzekering), heeft een heel gecompliceerde zwangerschap meegemaakt voor de tweede –hun baby-zoon-, ze moesten steeds naar het ziekenhuis omdat dokters zich zorgen maakten of het wel goed ging aflopen, het liep goed af, en het ASZ stuurde de rekeningen naar Den Haag. De mensen in de gezondheidszorg, daar is over het algemeen goed mee te praten, gelukkig, want goedkoop is het allesbehalve. Het gezin had het volle bedrag nooit kunnen betalen, u en ik ook niet.
Toen kwam er een versnelling. Dhr. A. ontving medio mei 14 belastingaanslagen in één week. Maar ze hadden een fout gemaakt. We gingen 14 keer in bezwaar. Ze waren alle 14 ontvankelijk, dus de Belastingdienst moest 14 keer opnieuw berekenen. Kicks. De machine draaide op volle toeren: fondsaanvragen voor studiemateriaal, voor vaste lasten , een fondsaanvraag voor een hernieuwde aanvraag verblijfsvergunning vanwege een recentelijke uitspraak van het Europese Hof, het lukte even allemaal. Ik kan het uitleggen, de advocaat was zo bijdehand, maar ze gingen afgelopen woensdag naar de Immigratiedienst voor de aanvraag, en ze kregen de verblijfsvergunning meteen uitgereikt. Dat is de waan van de dag, dat zal zo zijn, maar het is bij mijn weten –ik vergis me vast- nog nooit eerder gebeurd. We hebben, samen met hen, een traantje gelaten. Wel meer dan één.
Vroeger bij Vluchtelingenwerk maakten we, als iemand verblijfsrecht kreeg, het standaardgeintje dat ‘de problemen nu pas gaan beginnen’. Dat heb ik deze keer maar achterwege gelaten.
Jos Dekker, Wijkwinkel Buitenwacht, 25 augustus 2017