Gastblog

5 maart 2017, 20:30 u.. Ik zat thuis op de bank het lijsttrekkersdebat te kijken. Onze minister-president zei “Geld is niet zo belangrijk,” ik keek er zo van op dat ik pardoes de context vergat. Een bewindspersoon die zegt geld niet belangrijk te vinden leidt me zowiso om de tuin, houdt me voor de gek, neemt me bij de neus, in het ootje, het is boerenbedrog, volksverlakkerij, een lachertje, een blamage, een faux-pas, een afgang, een maskerade, kiezersbedrog, dwaasheid, spreekt hier Hans Klok? Het kan allemaal zo op Facebook. Waarschijnlijk verhulde de premier dat de andere kandidaten een sterker sociaal-economisch verhaal hadden.

Want de VVD gaat over geld, de overheid gaat over geld, en dan zou het opeens ‘niet zo belangrijk’ zijn? Juist.

Begin 2016 voerde de landelijke overheid de kostendelersnorm in. Mensen met een uitkering volgens de Participatiewet (de vroegere Wet Werk en Bijstand), die met meerdere mensen in een huis woonden, moesten een deel van hun karige maandbedrag inleveren. Erger werd het, wanneer er meerdere mensen met een uitkering in één huis woonden, dat betekende tweemaal betalen, en zo voort. Het ging niet om kleine bedragen, maar om honderden euro’s per maand. Dat houdt onvermijdelijk in, zoals U misschien begrijpt, dat er een groep mensen is die meteen in de problemen raakt, en naarmate het langer duurt en er geen ruimte is, steeds ernstiger in de problemen.

Vanuit de Drechtraad (het overleg van de 6 Drechtsteden) kwam er al snel een vraag aan het Platform tegen Armoede in de Drechtsteden een onderzoek te doen naar de uitwerking van de kostendelersnorm. In februari 2016 hebben we via een stuk in het AD en de huis- aan huisbladen mensen gevraagd contact op te nemen. Na drie korte weken hadden we een vijftiental aanmeldingen, dat vonden we genoeg voor een steekproef. De Sociale Dienst heeft de ‘big-data’, dus doen wij de ‘human interest’, de gevolgen op de grond.

En dat viel niet mee.

Die ‘meerdere mensen met uitkering in één huis’ die zich meldden bleken zonder uitzonderingen gezinnen, ouder-kindrelaties die er honderden euro’s op achteruitgingen. Voor het grootste gedeelte geen gewone gezinssituaties, maar ouder met één of meerdere kinderen met een geestelijke handicap, of kinderen die hun zieke ouders verzorgen. Zeker zieke ouders leiden tot extra kosten, die niet worden vergoed. Iemand had zelfs haar baan ervoor opgegeven. Tijdens het interview zei ze inmiddels “het vechten moe” te zijn. Mensen was verteld ‘dat de (gehandicapte) kinderen maar op zichzelf moesten gaan wonen’, of dat ze maar ‘aan het werk moesten’.

Zo werkt dat natuurlijk niet, en het gevolg was dan ook dat verschillende geïnterviewden hun hakken in het zand hadden gezet. Ze weigerden deze inbreuk op hun privé-leven, extra huishoudgeld te vragen, kinderen het huis uit te zetten. ‘Nu moet ik zakgeld vragen aan mijn kinderen’,  zei er één.

Maar de Sociale Dienst voert slechts de wet uit, zegt ze, en heeft daarin geen ruimte. Dat is niet helemaal waar. De Sociale Dienst wil niet compenseren.

Ze hebben geprobeerd het van de politieke agenda te krijgen, door het voor zich uit te schuiven, dat is mislukt. Bij de laatste Drechtraad-inspreekronde is alleen maar over armoedebeleid gesproken, en we zijn een jaar verder.

Alle geïnterviewden van de steekproef zijn uitgenodigd voor een gesprek bij de Sociale Dienst. Daar werden de mogelijkheden voor bijzondere bijstand uitgebreid, wij hadden nooit gehoord van vergoeding voor de maandelijkse bijdrage voor een scootmobiel, voor extra stookkosten, en al helemaal niet van aanvragen persoonsgebonden budget (PGB), dat je ‘in dienst’ treedt van kind of ouder treedt voor dagelijkse verzorging.

Hulde voor de plotsklapse creativiteit van de Sociale Dienst, voor wat de wethouder Sociale Zaken Heijkoop ‘de mantelzorgboete’ noemde, jammer dat we zo lang moesten touwtrekken. We roepen de Sociale Dienst dan ook op ruimte te houden voor bijzondere individuele omstandigheden, en samen met ons de ogen open te houden waar mensen vastlopen.

Jos Dekker